Ruim een half uur voordat ze haar late dienst start zie ik dat ze haar auto parkeert op de beschutte bosrijke parkeerplaats van de Jan de Witkliniek in Bakel. Bewust komt ze eerder.
Het is bloedheet buiten. De groentegewassen van het moestuintje van de PG-afdelingen waar ze werkt hebben ook zorg nodig. Op de afdeling gekomen nodigt ze bewoner Gerrit uit om te helpen. Terwijl haar collega’s druk bezig zijn met rapporteren, opruimen en het klaarleggen van de spullen die straks nodig zijn voor de avond en nachtzorg gaat ze zelf de tuinslang uitrollen voor Gerrit. Verschillende bewoners zitten binnen in alle rust een ijsje te eten. De tv staat aan, de Tour de France is bezig. Een aantal bewoners kijkt binnen naar de TV, dat lijkt voor iedereen in deze hitte het beste. Alleen niet voor Gerrit, die wordt ineens erg actief en gaat de groentetuin besproeien.
Hij is trots op zijn tuin. Steeds laat hij weten, dat de tuin er 'vet' bij staat. "Heb ik allemaal zelf gedaan, 't staat er 'schon' bij". De toegelopen vrijwilliger die ook een bijdrage levert aan het onderhoud van de groentetuin knipoogt tegen de verzorgende. "Ja Gerrit 't is jouw tuin, ge houdt hem goed bij. Zullen we eerst wat sla voor vanavond afsnijden?", vraagt de verzorgende. Ze weet eigenlijk zijn antwoord al. "Ik kan 't allemaal wel goed verkopen" zegt Gerrit, "want het staat er vet bij". Daarna wordt de tuin besproeid. Gerrit spuit het water over elk plantje, zijn tong tussen de lippen geperst, in de stekende zon. Het deert hem niet. De moestuin staat er inderdaad goed bij, ondanks de langdurige droogte.
Dan roept de verzorgende: "Gerrit ga je mee naar binnen, ik moet gaan werken." Gaan werken denk ik, je bent nu al hartstikke goed aan het werk. Gerrit hoort het niet, vol enthousiasme en alle aandacht is hij zijn planten aan het besproeien. Hij zet zijn waterstraal scherper om een verder bereik te hebben. Nogmaals vraagt de verzorgende of Gerrit binnenkomt, maar nu laat ze weten: "Gerrit ik kom zo terug want ze hebben me nodig binnen." Dit keer hoort Gerrit wel iets maar weet het niet zeker en draait zich om met waterslang en al. De verzorgende krijgt een verkoelende douche, en een heel nat uniformjasje. Allebei lachen ze, het water zal vlug opdrogen, maar dat lachen tussen die kanjer van een verzorgende en Gerrit kan niemand meer afnemen.
Na het sproeien gaat Gerrit naar binnen en neemt zijn beloofde ijsje in ontvangst. Zijn ogen twinkelen, een brede glimlach tekent zijn gezicht. Waarom? Om het feit dat zijn tuin er vet bij staat, omdat er een goede oogst is ? Omdat hij geniet van het lekkere ijsje, of het natte pak van die verzorgende? Alleen Gerrit weet het.
En als ik op het einde van de dag in de auto op weg naar huis even terugdenk aan het voorval komt er dezelfde glimlach op mijn gezicht als de glimlach van Gerrit.
Waarom? Vanwege de groentetuin? De oogst? Het watervoorval, het lachen van Gerrit de vrijwilliger en de verzorgende. Ik kan het beantwoorden. Het heeft met Grutsheid te maken. Gruts op mensen waarmee en waarvoor ik mag werken. Gruts op die verzorgende? Ja Inderdaad, ik ben gruts, maar vooral gruts omdat ik weet dat 'gruts zijn' met welzijn te maken heeft.