Ton Borghs is lid van de raad van bestuur van de Zorgboog. Hij blogt over onze hedendaagse participatiemaatschappij.
Lang voordat het woord was uitgevonden deed mijn oma van moederskant het al: in haar eigen dorp was zij na de oorlog en in de tijd dat haar eigen kinderen nog klein waren, al actief als vrijwilligster. Uit de vele verhalen die ik over haar heb gehoord, ontstaat bij mij het beeld van een zeer toegewijde hulp van de plaatselijke dokter. Zij was ongetwijfeld zeer geliefd. Het begrip (wijk) verpleegkundige was nog nauwelijks bekend. Oma verrichtte allerlei hand- en spandiensten waarbij de grens tussen formele en informele zorg nogal vaag was en alleen werd bepaald door het opdoemen van het kantelpunt wat de huisarts nog net wel of net niet kon behappen tijdens diens overvolle werkweek.
In de participatiemaatschappij wordt steeds meer verwacht van vrijwilligers. Types zoals mijn oma zijn opnieuw van onschatbare waarde geworden. Zorg zonder vrijwilligers is in feite ondenkbaar. We kunnen ook in onze tijd niet zonder hen en moeten hun betrokkenheid en inzet daarom koesteren. De laatste tijd wordt ook bij de Zorgboog steeds vaker de vraag gesteld wat een vrijwilliger wel en niet mag. De wet zegt hierover niet meer en niet minder dan dat de organisatie waar professionals en vrijwilligers hun werk doen, zich moet houden aan de kwaliteitswet zorginstellingen.
Voortdurend onderling overleg is nodig om de door de organisaties vastgestelde kaders en afspraken te bepalen, bij te stellen en te bewaken. Om de stem van vrijwilligers bij het bepalen van beleid en het maken van keuzes een duidelijke plaats te geven, hebben we onlangs de vrijwilligersraad in het leven geroepen. Bij de installatie van de nieuwe vrijwilligersraad zijn mij vooral twee zaken bij gebleven: ten eerste moeten we ons als beroepskrachten nog meer inzetten om vrijwilligers de bevestiging te geven dat ook zij meer dan welkom en onmisbaar zijn; ten tweede heeft elke vrijwilliger net als elke medewerker zijn of haar eigen specifieke vaardigheden.
Het is in het belang van onze cliënten dat we maximaal gebruik maken van hun vaardigheden en hun ervaring. Continu open en collegiaal overleg is dan ook belangrijk want de verschillen zijn groot per vrijwilliger, cliënt en per situatie. De Zorgboog kan ook in de toekomst niet zonder vrijwilligers en de cliënten van de Zorgboog al helemaal niet.